Overal in de maatschappij vormen mensen met elkaar verbanden, zoals het familie-, school-, werk- of verenigingsverband. Dit noemen we systemen. Tussen de leden van het systeem speelt, veelal onbewust, de dynamiek een belangrijke rol. Hieruit ontstaan patronen die in sterke mate bepalend zijn voor je individuele gedrag. Waarom doe jij de dingen zoals je ze doet?
Elk systeem streeft naar harmonie en evenwicht benoemd in drie basiswetten:
- Alles en iedereen hoort erbij en heeft een eigen plek;
- Balans in geven en nemen;
- Er is een duidelijke ordening.
Als er in het systeem tegen deze wetten in wordt gehandeld ontstaan er verstoringen. Dit heeft weer negatieve effecten op een aantal mensen binnen het systeem, die onbewust proberen het weer goed te maken. Door te gaan werken aan een verstoring ontstaat er ruimte voor acceptatie en verandering.